museum waterland purmerend (nl) | <<< |
In 2009 organiseert Museum Waterland de tentoonstellings reeks “Formeel 2009”, waarin de hedendaagse voorstellingsloze kunst centraal staat. De term formeel verwijst naar de formele eigenschappen van een kunstwerk, zoals compositie, kleur, lijn, vorm en materiaal die bepalend zijn voor de zeggingskracht van werken die geen voorstelling hebben, die nergens naar verwijzen behalve naar zichzelf. george korsmit en jan maarten voskuil In het eerste deel in deze drie-delige reeks tonen wij in de museumzaal werken van Jan Maarten Voskuil (Arnhem, 1964) en George Korsmit (Oudenbosch, 1953) onder de titel “RIP-OFF”. Elk schilderij van Korsmit is het gevolg van een vooraf bepaald proces waarin toeval een grote rol speelt. De vormen worden bepaald door gooien met een dobbelsteen, de kleuren door het blind selecteren van stukjes gekleurd karton. Het resultaat is altijd weer een verassing, een zee van veelkleurige vlakken dat slechts een deel lijkt te zijn van een groter geheel. De werken van Voskuil bestaan uit houten raamwerken bespannen met linnen en wel op zo’n manier dat het oppervlak glooiend is, hol of bol. Het schildersdoek krijgt zo zijn eigen ruimtelijke werking, los van wat erop geplaatst wordt. Soms voegt Voskuil meerdere kleine doeken (zogenaamde ‘spare parts’) samen tot een driedimensionaal, fragmentarisch schilderij. De titel RIP-OFF verwijst naar het fragmentarische in de werken van beide kunstenaars en naar de suggestie van een groter geheel buiten de grenzen van het doek. Daarnaast relativeert de titel het werk, zoals het werk zelf de absolute en ultieme waarde, die de (schilder)kunst doorgaans pretendeert te zijn, relativeert. fons brasser en anneke klein kranenbarg Voor het eerste deel in deze driedelige reeks tonen wij in de entreezaal werken van Fons Brasser (Haarlem, 1944) en Anneke Klein Kranenbarg (Krommenie, 1961). Beiden gaan in hun werk uit van elementaire geometrische vormen die worden samengesteld tot verassende nieuwe configuraties. De objecten van Fons Brasser, uitgevoerd in harde materialen als aluminium en steen, zijn het gevolg van een systematisch vormonderzoek. Brasser gaat uit van een vaste vijfkantige vorm en bewijst dat men zelfs met zo’n beperkt uitgangspunt tot een veelzijdige reeks van objecten kan komen. Anneke Klein Kranenbarg noemt haar werken zelf ‘twee-en-een-half-dimensionaal’. Ze bestaan uit zwarte draden bevestigd op, achter, in en tussen transparante plexiglas platen. Het resultaat toont van voren als een tweedimensionale geometrische lijntekening, maar wanneer de toeschouwer zich verplaatst veranderen de vormen en blijken ze opeens – als bij toverkracht - driedimensionaal te zijn. De tentoonstelling zal worden geopend op zondag 15 februari om 15.00 uur door dr. Cees de Boer, kunsthistoricu <<< |